Op 26
juni 1948 zag ik in Huizingen bij Brussel als voorlaatste van een gezin van
zeven het daglicht.Van in het begin
had ik veel aan mijn vader te danken want hij bracht me de liefde voor muziek
bij. Hij begeleidde me naar "chrochet" wedstrijden, wat de
hedendaagse "soundmix" wedstrijden zijn en als zeven-achtjarige
jongen gebeurde het wel eens dat ik daar ook een liedje zong. Zo zette ik eigenlijk
mijn eerste stappen op weg naar een zangcarrière.
Op
college volgde ik daarboven 5 jaar avondlessen piano. Daar kwamen later nog een
aantal jaren pianoles en notenleer op de akademie bij. In die tijd kenden
"The Shadows" , de gitaargroep bij uitstek, een enorm succes en dit
zette er mij toe aan zelf te sparen voor een gitaar. Het duurde een paar weken
om het nodige geld voor een gitaar via klusjes en karweitjes bij elkaar te
sparen, maar eindelijk was het zover. Ik kocht mijn eerste, wat primitieve
gitaar . Samen met een vriend, een cursus gitaar en "den boek van nonkel
Bob" studeerden we onze eerste gitaarakkoorden in. Het duurde niet lang of
we vormden ons eerste orkestje "The Shades"", waarbij de vader
van een de leden optrad als manager voor de groep. Hij stelde ons ook voor om
niet enkel instrumentale maar ook gezongen nummers te brengen. Aangezien mijn
stem redelijk was, werd me gevraagd om het vocale gedeelte op mij te
nemen....maar ons orkestje was maar een kort leven beschoren.
Een
andere band "The Criminals" maakte echter furore. Enkele leden van
dat orkest waren ook actief in het koor van de paterskerk in Halle. Pater
Pax kwam af en toe eens luisteren naar de repetitie van the Criminals en vatte
onmiddellijk sympathie voor hen op en hij stelde hen een repetitielokaal ter
beschikking. Toen The Criminals op een dag zonder leadzanger kwamen te zitten
en me vroegen in te springen hapte ik toe. Dit was een zeer belangrijke stap
voor mij.
Pater
Pax, zeer bekend in het Halse verenigingsleven trad na een tijdje op als onze
manager. Op een dag kwam hij met een advertentie in ons repetitielokaal
waarvan de tekst luidde: Jong talent gezocht, gelieve foto en cassette op te
sturen naar Jean Kluger. Kluger was de grote man achter Will Tura. Pater Pax
spoorde ons aan om een bandje met mijn nummer naar Kluger te sturen. Nog geen
week later gingen we op auditie in de studio Madeleine te Brussel. Jean Kluger
had al enkele vlaamse orkestjes en keek eigenlijk meer uit naar een Vlaamse
zanger. Na een eerste ontgoocheling werd het dan uiteindelijk "Paul Severs
and the Criminals". Mijn nummer "You will stay in my heart" werd
in het Nederlands vertaald in "geen wonder dat ik ween". Het plaatje
kende eerder een onverwacht behoorlijk succes. Ook wij kenden een groeiend
succes en Pater Pax kon het werk van manager niet meer combineren met zijn
taken binnen de kerk.
Zo kwam
het dat hij ons bij een goede vriend van hem, Sylvain Tack, destijds bekend om
de "Suzy wafels" introduceerde. Tack zag het wel zitten en
stortte zich vol energie op de promotie van onze groep. Van dan af aan geraakte
alles in een stroomversnelling. We werkten als profs en bouwden een geweldige
show uit. Ondertussen was ik achttien geworden en werkte voor de Suzy wafels.
In werkelijkheid werkte ik halftijds voor Suzy wafels en de rest van de tijd
ging naar mijn carrière.
Er werd
werk gemaakt van een fanclub, ik volgde zang-dictie- piano- en danslessen...
Kortom, Sylvain Tack was een hele steun voor mij. We maakten nog twee
singels met Kluger maar Tack was van oordeel dat het allemaal veel te traag
ging en dat ik teveel in de schaduw van Tura bleef. De contacten met Kluger
werden tenslotte verbroken en Sylvain Tack stak dan met een eigen maatschappij
van wal. Een b-kantje "ik ben verliefd op jou" een nummer dat ik
zoals de meeste andere zelf schreef, overtrof alle verwachtingen, werd een reuzehit
en we verkochten er 120.000 exemplaren van. Later werd het ook in het engels en
in het frans vertaald. De franse versie haalde 1.000.000 exemplaren en prijkte
wekenlang op nummer 1. Na "ik ben verliefd op jou" was het succes
niet meer te stuiten en scoorde ik de ene hit na de andere.
Maar er volgde een mindere goede
periode, Sylvain Tack had in de vette jaren de radiozender Mi Amigo uit de
grond gestampt en het weekblad Joepie uitgegeven hetgeen heel goede
promotiekanalen voor mij waren. Maar de overheid trad alsmaar strenger op tegen
de piratenzenders en Tack week uit naar Spanje. De Vlaamse show-bizz geraakte
op de sukkel, mede door het feit dat ook de BRT-tv deels afhaakte omdat ze het
niet zagen zitten met vlaamse zangers.
Gelukkig waren er Johnny Hoes en zijn dochter Jacqui. Zij namen de
contracten van Tack over en brachten redding. Sindsdien werk ik met veel
plezier met de familie Hoes en hun Telstar team. Het management heb ik in eigen
handen. Toch braken er vreemde tijden aan, maar dankzij het vertrouwen van
Hoes, die steeds platen bleef uitbrengen, verdween ik niet uit beeld. Het was
moeilijk maar toch bleef ik hard werken. De komst van VTM in 1989 en vooral het
programma "Tien om te zien" blies eindelijk nieuw leven in de vlaamse
showwereld. Dankzij het VTM succes kende mijn carrière een nieuwe start. 1992
werd een topjaar met twee opeenvolgende nr 1 hits: "zeg eens meisje"
en "little darling". De franstalige tegenhanger van "tien om te
zien", "dix qu'on aime" bij RTL tvi was ook de aanzet tot franse
successen. Bijna iedere dag sta ik zowel in vlaanderen als in Wallonië op het
podium, tot binnenkort !